Referentie-interval | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Serum + plasma | Serum | Plasma | |||||||
Eenheid | Geslacht | Leeftijd | Aantal | Onder grens | Boven grens | Onder grens | Boven grens | Onder grens | Boven grens |
U/L | M | 1-5 | 290 | 24 | 53 | ||||
6-12 | 937 | 19 | 42 | ||||||
13-18 | 2710 | 14 | 39 | ||||||
19+ | 117620 | 14 | 43 | ||||||
V | 1-5 | 233 | 23 | 49 | |||||
6-12 | 1009 | 15 | 46 | ||||||
13-18 | 5660 | 12 | 33 | ||||||
19+ | 150029 | 13 | 38 |
De test bepaalt de hoeveelheid van het enzym aspartaataminotransferase (ASAT) in bloed. ASAT is vooral in de lever aanwezig en in dwarsgestreept spierweefsel (hart- en skeletspieren). Bij beschadiging van de lever- of spiercellen komt ASAT vrij in het bloed.
Er is een verschil tussen mannen en vrouwen bij met name de bovengrens van de ASAT. De referentie-intervallen zijn voor volwassenen van alle leeftijden gelijk.
Een lichte verhoging van ASAT kan duiden op alcoholmisbruik. Maar er zijn ook aandoeningen als tumoren, blokkade van de galwegen en levercirrose die licht verhoogde ASAT waarden veroorzaken.
Injecties in de spieren kunnen de ASAT-waarden verhogen, net zoals te uitgebreide spieroefeningen. Gebruik van medicijnen of drugs kunnen ook de aanmaak van ASAT beïnvloeden, zodat hogere waarden worden gevonden. De arts moet voor een juiste interpretatie daarom altijd weten welke omstandigheden voor de patiënt gelden.
Sterk verhoogde ASAT-waarden (in de regel een uitslag >250 U/l) komen voor bij leverontstekingen (hepatitiden), al dan niet veroorzaakt door een virus. De hoge waarden kunnen maanden aanhouden.
Bij zwangerschap kan de ASAT-waarde verlaagd zijn.