Hoe het werkt

Binnen het NUMBER project worden referentie-intervallen vastgesteld door miljoenen resultaten van testen die gedaan zijn bij huisarts patiënten van diverse laboratoria over heel Nederland, die gebruik maken van alle gangbare methoden en leveranciers. De resultaten worden door inhoudsdeskundigen getoetst en gepubliceerd vóór deze toegepast worden in alle laboratoria.

Het proces van NUMBER

Binnen het NUMBER project worden referentie-intervallen vastgesteld door miljoenen resultaten van testen die gedaan zijn bij huisarts patiënten van diverse laboratoria over heel Nederland, die gebruik maken van alle gangbare methoden en leveranciers. De resultaten worden door statistische analyses omgerekend tot een referentie-interval (zie proces). Alleen de resultaten van laboratoria die voldoen aan de analytische eisen (zie proces) worden meegenomen in de statistische analyse. Vervolgens worden deze resultaten besproken in workshops met de ambassadeurs en met artsen om tot consensus te komen welke berekende referentie-intervallen betrouwbaar zijn en in geheel Nederland ingevoerd kunnen worden. 

De resultaten worden door statistische analyses omgerekend tot een referentie-interval (zie proces)

Fase 1 Verzamelen en analyseren van geanonimiseerde data 

 I Diverse laboratoria uit heel Nederland doen mee aan NUMBER. We vinden het namelijk belangrijk dat laboratoria uit geheel Nederland vertegenwoordigd zijn die gebruik maken van alle gangbare methoden en leveranciers. 

Elk deelnemend laboratorium levert uit zijn laboratoriumsysteem anonieme testresultaten van huisartspatiënten voor de geselecteerde laboratoriumtesten over de periode van een jaar aan bij het NUMBER project. Deze data worden beveiligd naar het onderzoekscentrum in het LUMC verstuurd.  Er worden diverse eisen gesteld aan de data die geaccepteerd wordt voor de berekening van het referentie-interval: Zo worden alleen de resultaten van laboratoria die voldoen aan de analytische eisen (van SKML) meegenomen in de statistische analyse. Bovendien moet een laboratorium ook een minimum aantal testresultaten per categorie (test, leeftijd, geslacht) aanleveren om tot een betrouwbaar getal te komen.De geaccepteerde data van alle laboratoria worden daarna door statistische analyses omgerekend tot een referentie-interval.

De opzet van het NUMBER project is getoetst door de Medisch Ethische Toetsingscommissie van het LUMC, en er is door deze commissie  toestemming gegeven voor de uitvoering van dit project.

Fase 2 Expert meeting workshop met ambassadeurs

Tijdens een NUMBER project worden meerdere workshops met ambassadeurs georganiseerd. Aan het begin van het project wordt een workshop georganiseerd om de aanpak en statistische methodes af te stemmen. Tussentijds worden de voorlopige resultaten met elkaar besproken en vergeleken met huidige referentie-intervallen en literatuurstudies om te besluiten of extra statistische analyses nodig zijn, bijv. voor extra subgroepen 

Fase 3 Vaststellen van de referentie interval

Tijdens een laatste gezamenlijke workshop worden de resultaten besproken met alle ambassadeurs. Alle berekende referentie-intervallen worden besproken om tot consensus te komen of de berekende referentie-intervallen officieel vastgesteld kunnen worden. Voor elke test wordt ook bekeken of aparte referentie-intervallen voor mannen en vrouwen en voor verschillende leeftijdscategorieen nodig zijn.  

Fase 4 Implementatie van de referentie interval  

Zodra de referentie-intervallen vastgesteld zijn door de NUMBER projectgroep, worden de resultaten opgeschreven in een artikel en ter publicatie aangeboden aan een wetenschappelijk tijdschrift. Publicatie van de methoden en resultaten van het project in een wetenschappelijk artikel is belangrijk, om als bron te dienen voor de implementatie van de referentie-intervallen. Daarnaast worden de resultaten van een NUMBER project gepresenteerd op congressen, zoals bijvoorbeeld het jaarlijkse congres van de Nederlandse Vereniging van Klinische Chemie. 

Zodra de referentie-intervallen vastgesteld zijn door de NUMBER projectgroep, worden de resultaten opgeschreven in een artikel en ter publicatie aangeboden aan een wetenschappelijk tijdschrift. Publicatie van de methoden en resultaten van het project in een wetenschappelijk artikel is belangrijk, om als bron te dienen voor de implementatie van de referentie-intervallen. Daarnaast worden de resultaten van een NUMBER project gepresenteerd op congressen, zoals bijvoorbeeld het jaarlijkse congres van de Nederlandse Vereniging van Klinische Chemie. 

Vervolgens zullen de NUMBER ambassadeurs in gesprek gaan met collega’s en artsen uit hun regio, om  samen een plan op te stellen hoe en wanneer de vastgestelde referentie-intervallen ingevoerd kunnen worden. Vanuit de NUMBER stuurgroep worden verschillende PR materialen ontwikkeld, om de ambassadeurs te helpen de referentie-intervallen in hun eigen laboratorium te implementeren.  

Door afstemming te zoeken met de huisartsen, internisten en kinderartsen worden de landelijke referentie-intervallen ook in medische richtlijnen opgenomen, zodat de gepubliceerde referentie-intervallen in deze richtlijnen overeenkomen met de referentie-intervallen die door het laboratorium bij de uitslagen van de patiënten gerapporteerd worden.

Fase 5 Structurele monitoring van de referentie interval

Wanneer de referentie-intervallen vastgesteld en geïmplementeerd zijn, is het belangrijk om elke paar jaar te controleren of deze referentie-intervallen nog steeds van toepassing zijn.  Dit kan alleen maar als er eenstructureel geautomatiseerd systeem ontwikkeld wordt.  

Het monitorings systeem wordt samen met de SKML (Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek) ontwikkeld. Hierdoor kunnen we gebruiken maken van de reeds bestaande infrastructuur die de SKML heeft met alle laboratoria in Nederland en kunnen de analytische prestaties van aangesloten laboratoria eerst geautomatiseerd getoetst worden voordat de aangeleverde test resultaten geaccepteerd worden voor het berekenen van de referentie-intervallen. 

De betrokkenheid van de SKML en zijn wetenschappelijke directeur, dr. M Thelen zijn een vereiste om de periodieke toetsing van referentie-intervallen geautomatiseerd en centraal te laten verlopen. Hiermee is de belasting van de individuele laboratoria en de NUMBER stuurgroep veel lager dan in de eerste projectfase waarbij nog veel dataverwerking handmatig is gedaan.

Hierdoor is het mogelijk om een referentie-interval met vastgestelde tussenpozen te toetsen op toepasbaarheid, één van de eisen uit de ISO 15189 norm waar alle Nederlandse klinisch chemische laboratoria aan moeten voldoen.

Zodra de referentie-intervallen vastgesteld zijn door de NUMBER projectgroep, worden de resultaten opgeschreven in een artikel en ter publicatie aangeboden aan een wetenschappelijk tijdschrift.
WIE

Werkgroep NUMBER

Wij zijn laboratoriumspecialisten klinische chemie, ofwel klinisch chemici, en staan in de dagelijkse praktijk aan het hoofd van het huisartsen- of ziekenhuislaboratorium. Alles wat er bij een laboratoriumtest komt kijken, beginnend bij de bloedafname tot de uitslag, valt onder onze verantwoordelijkheid. De werkgroep NUMBER bestaat laboratoriumspecialisten klinische chemie die actief bijdragen hebben geleverd om samen voor heel Nederland de gelijke referentie-intervallen vast te kunnen stellen.

Lees meer over ons
Wie