Referentie interval -

Totaal eiwit

Referentie-interval
Serum + plasmaSerumPlasma
EenheidGeslachtLeeftijdAantalOnder grensBoven grensOnder grensBoven grensOnder grensBoven grens
g/LM+V1+7026261796381

De test meet de totale hoeveelheid eiwit in het bloed. Eiwitten spelen een belangrijke rol bij het goed functioneren van het lichaam. De test ‘totaal eiwit' omvat twee grote groepen van eiwitten: albumine en globulinen.

Bij het stollen van de serumbuis worden wat eiwitten weggevangen in het stolsel, daarom is de totaal eiwitconcentratie in serum lager dan in plasma (verkregen in een buis met antistollingsmiddel)

Verhoogd:

Een licht verhoogde waarde voor totaal eiwit zou kunnen wijzen op uitdroging. Een andere oorzaak is een te grote aanmaak van één of meerdere soorten immunoglobulinen. Bij een sterke verhoging totaal eiwit moet vervolgonderzoek van de afzonderlijke eiwitten (albumine, IgG, IgM en IgA) de oorzaak uitwijzen. Bij een hoge concentratie immunoglobulinen (Ig's) kan er sprake zijn van een M-proteine (ziekte van Kahler) of leverziekten (cirrose). 

Verlaagd:

Een verlaagde waarde komt vaak voor bij eiwitverlies als gevolg van nierproblemen, bijvoorbeeld na een nierontsteking, als de darmen niet goed functioneren of bij ernstige verbrandingen. Ook te lage eiwitinname via de voeding (bijvoorbeeld door anorexia) kan leiden tot een laag totaal eiwitgehalte. Een te lage hoeveelheid albumine wordt vaak veroorzaakt door een verstoorde albumineproductie door een leverziekte. Daarnaast komt het voor dat er te weinig albumine in het bloed aanwezig is omdat het eiwit lekt naar de omliggende weefsels. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij een shock of bij een ernstige infectie. Na het drinken van (te) grote hoeveelheden water kan het totaal eiwitgehalte verlaagd zijn als gevolg van verdunning van het bloed.