Referentie-interval | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Serum + plasma | Serum | Plasma | |||||||
Eenheid | Geslacht | Leeftijd | Aantal | Onder grens | Boven grens | Onder grens | Boven grens | Onder grens | Boven grens |
U/L | M | 1-5 | 155 | 197 | 329 | ||||
6-12 | 435 | 168 | 307 | ||||||
13-18 | 1032 | 127 | 273 | ||||||
M+V | 19-50 | 32031 | 118 | 251 | |||||
51-65 | 28328 | 128 | 274 | ||||||
66-80 | 30239 | 130 | 282 | ||||||
81+ | 13894 | 136 | 301 | ||||||
V | 1-5 | 110 | |||||||
6-12 | 485 | 148 | 313 | ||||||
13-18 | 1851 | 116 | 234 |
De test meet de hoeveelheid lactaat dehydrogenase (LDH) in het bloed. LDH is een enzym dat in de meeste weefsels in het lichaam voorkomt en nodig is voor de omzetting van lactaat. Het is vooral aanwezig in de weefselcellen en normaal is de hoeveelheid in het bloed laag.
De leeftijd heeft veel invloed op de hoogte van LDH. Bij kinderen worden over het algemeen hogere waarden gevonden dan bij volwassenen.
Een verhoogd LDH betekent dat er cellen van weefsel kapot zijn gegaan. Wanneer er schade aan weefsel is ontstaan zal na enige tijd het LDH in bloed te meten zijn. Verhoogde waarden worden gevonden bij alle ziekten waarbij een weefsel of orgaan beschadigd is. Ook wanneer rode bloedcellen kapot gaan zal het LDH verhoogd zijn.
Verlaagde waardes van LDH komen nauwelijks voor / hebben geen klinische betekenis.